vrijdag 13 januari 2012

Opbouw, oktober 2011

Hoe ga ik mijn project aanpakken? Bij een eerste, wat amateuristische, tentoonstelling had het me gestoord dat ik zoveel verschillende formaten en technieken gebruikt had. Nu ik aan het begin sta van zo’n lang project kan ik dat direct goed doen. Ik overleg met mijn ‘juf’, mijn guru met altijd weer goede ideeën, tips en kleine hints. Grijs karton, 50 x 70 cm is een goed idee. Het grijze geeft meteen een verbinding. Acryl of olieverf? Olieverf, mijn favoriete materiaal. Gaat dat met het karton? Uitproberen, ermee leren werken. Het gaat, eerst zuigt het karton heel veel op, na een paar lagen kan je ook dikker gaan werken. Aan de randen dun laten, gaat mooi over in het grijs. Die kleur past ook bij het onderwerp, stoer. Karton is een goede keuze, is niet zo duur en je kan meer probeersels produceren. Ik besluit een dikkere soort te gebruiken, staat ook op zichzelf.
Wil ik de grote machines heel precies schilderen? Dat is niet zo mijn stijl, ik ben meer expressionistisch ingesteld. Wil vooral de dynamiek of de indrukwekkende grootte ervan overbrengen. Maar het moet wel kloppen, dus wel foto’s maken.
Terwijl ik de laatste weken hier mee bezig ben, zie ik een verband met het werk van Breitner, die zo’n 100 jaar geleden in Amsterdam bouwputten fotografeerde en later schilderijen, aquarels en etsen met diezelfde onderwerpen maakte. Nou, je kan een slechter voorbeeld hebben ;-) Hieronder de bouwput van de winkelgalerij in de Raadhuisstraat, getekend in 1898.

De bouwput van de winkelgalerij in de Raadhuisstraat, door G.H. Breitner 1898. Collectie Van Eeghen: tekeningen, in stadsarchief Amsterdam

Geen opmerkingen:

Een reactie posten